SV | Die had een zoon, wiens naam was Saul, een jongeling, en schoon, ja, er was geen schoner man dan hij onder de kinderen Israels; van zijn schouderen en opwaarts was hij hoger dan al het volk. |
WLC | וְלֹו־הָיָ֨ה בֵ֜ן וּשְׁמֹ֤ו שָׁאוּל֙ בָּח֣וּר וָטֹ֔וב וְאֵ֥ין אִ֛ישׁ מִבְּנֵ֥י יִשְׂרָאֵ֖ל טֹ֣וב מִמֶּ֑נּוּ מִשִּׁכְמֹ֣ו וָמַ֔עְלָה גָּבֹ֖הַּ מִכָּל־הָעָֽם׃ |
Trans. | wəlwō-hāyâ ḇēn ûšəmwō šā’ûl bāḥûr wāṭwōḇ wə’ên ’îš mibənê yiśərā’ēl ṭwōḇ mimmennû miššiḵəmwō wāma‘əlâ gāḇōhha mikāl-hā‘ām: |
Die had een zoon, wiens naam was Saul, een jongeling, en schoon, ja, er was geen schoner man dan hij onder de kinderen Israels; van zijn schouderen en opwaarts was hij hoger dan al het volk.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Die had een zoon, wiens naam was Saul, een jongeling, en schoon, ja, er was geen schoner man dan hij onder de kinderen Israels; van zijn schouderen en opwaarts was hij hoger dan al het volk.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!